De juiste pomp voor elke vloeistof

Viscositeit van vloeistoffen

Pompen worden gebruikt in zeer uiteenlopende toepassingsgebieden. Bürkle biedt een groot aantal verschillende uitvoeringen aan. Bij het kiezen van een geschikte pomp moet echter rekening worden gehouden met verschillende criteria. De belangrijkste zijn de viscositeit, structuur nl dichtheid van de vloeistof. Ook hoe de vloeistof zich gedraagt onder invloed van externe invloeden, bijv. variaties in temperatuur nl druk, is belangrijk. We helpen je graag om de juiste pomp voor jouw toepassing te kiezen.

Viscositeit

- wat is het eigenlijk?

De viscositeit kenmerkt het stromingsgedrag van een vloeistof. Vloeistoffen met een hoge viscositeit zijn dik, vloeistoffen met een lage viscositeit zijn dun. Deze viscositeit is het resultaat van intermoleculaire krachten; deze staan ook bekend als de interne wrijving. Deze interne wrijving neemt af als de temperatuur toeneemt nl neemt toe als de temperatuur afneemt.
De dynamische viscositeit wordt gegeven in Pas, voor vloeistoffen met een lage viscositeit in mPas. Het is gedefinieerd als de kracht in newton die nodig is om een vloeistoflaag van 1 m2 nl 1 m hoogte te verplaatsen langs een grens parallel aan een tweede laag met een snelheid van 1 m-s-1.

Viscositeit met motorolie als voorbeeld

Iedereen heeft wel eens gehoord van de viscositeitstermen voor motorolie. Deze classificatie is gebaseerd op het stromingsgedrag van de motorolie als functie van de temperatuur. In de winter zijn oliën met een lage viscositeit nodig. In de zomer wordt de olie heter, maar moet hij nog steeds voldoende dik blijven.

Bijvoorbeeld: SAE 5W-40. Het eerste getal definieert de viscositeit bij 0 °F (-18 °C), het tweede voor een temperatuur van 210 °F (99 °C). Een olie met de classificatie 5W (W=Winter) is dus dunner dan een 15W motorolie onder koude omstandigheden.